Toon de sessies

 
Only Sessions at Date / Time 
 
 
Sessie overzicht
Sessie
Discussietafels 2B
Tijd:
Friday, 06.06.2025:
9:30 - 10:30

Plaats: SW - Mintlab


Show help for 'Increase or decrease the abstract text size'
Presentations

Woordenschatdidactiek, wat is dat? Docentgedrag bij woordverwerving onder de loep!

Chair(s): Florentine Krijnen (Vrije Universiteit Amsterdam, Netherlands, The)

Presentator(en): Sebastiaan Dönszelmann (Vrije Universiteit Amsterdam), Hanna Westbroek (Vrije Universiteit Amsterdam), Martijn Meeter (Vrije Universiteit Amsterdam)

Bij vreemde talen-woordverwerving is de leerling veelal zelf én zelfstandig aan zet, terwijl feitelijk het handelen van de docent cruciaal is voor het succes ervan. Ter voorbereiding op een interventie wordt gekeken van welke docentgedragingen m.b.t. woordenschatonderwijs er sprake is in de huidige lespraktijk. En aanvullend: wat hebben MVT-docenten nodig aan kennis en training om woordenschatdidactiek betekenisvol in te zetten?

Dit onderzoek maakt theorieën over woordenschat en vreemdetaalverwerving (o.a. Andrews, 2001, 2003; Laufer, 1997; ; Nation, 2001, 2006; Peters, 2017, 2019, 2021; Schmidt, 1990) toepasbaar en effectief voor de VO-context, o.a. dankzij inzet van taalkundige domeinen en taaldidactische hypotheses.

Uit proefobservaties van MVT-lessen in het VO blijken grote hiaten tussen wetenschappelijk bewezen strategieën en de gangbare VO-praktijk. Daarom bespreken we in deze discussietafel de volgende vraag: Welke uitdagingen zijn er op het gebied van inhoudelijke docentscholing en praktijktraining om nieuwe gewoontes te ontwikkelen, ter bevordering van woordverwerving?



Pedagogisch didactisch handelen, hoe meet je dat?

Chair(s): Aafke Essen (Oberon B.V., Netherlands, The)

Presentator(en): Ton Klein (Oberon B.V.), Isa Kessels (Oberon B.V.), Maren van de Vrie (Oberon B.V.)

Pedagogisch en/of didactisch handelen van leraren (hierna: leraarhandelen) is een belangrijkste uitkomstmaat in (effect)studies naar professionaliseringsprogramma’s (Van Veen et al., 2010). Zelfrapportagevragenlijsten en observaties zijn veelgebruikte methoden om leraarhandelen te meten, (Kennisrotonde, 2023), meestal afhankelijk van theoretische insteek en praktische overwegingen.

In een lopende effectstudie naar twee professionaliseringsprogramma’s hebben we op basis van de pilotstudie (De Vries et al., 2024) gekozen voor de vragenlijst voor pedagogisch didactisch handelen van Sol (2012). De leerkracht en idealiter ook leerlingen vullen deze vragenlijst in. In onderzoek naar het LeerKRACHT-programma is de ICALT (observatie-instrument) gebruikt (De Jong et al., 2021), dat betrouwbaar en valide is bevonden (Maulana et al., 2015).

In deze sessie delen we onze ervaringen met verschillende meetinstrumenten en nodigen deelnemers uit om eigen ervaringen te bespreken. Aan de hand van stellingen sparren we over methodologische aanpakken voor het meten van leraarhandelen, zoals:

  • Zelfrapportage is niet geschikt om leraarhandelen objectief te meten.


Toekomstbestendig onderwijs: een AI-impactscan voor curriculumanalyse.

Chair(s): Remco Jongkind (Amsterdam UMC, locatie Meibergdreef), Jennita Meinema (Amsterdam UMC, locatie Meibergdreef, Netherlands, The)

Presentator(en): Remco Jongkind (Amsterdam UMC, locatie Meibergdreef), Erik Elings (Amsterdam UMC, locatie Meibergdreef), Floor van der Steijle (Amsterdam UMC, locatie Meibergdreef)

De opkomst van generatieve AI (GenAI)-tools heeft geleid tot significante veranderingen in onderwijsomgevingen. Deze verandering vereist een herziening van het onderwijs (curricula).

Dit onderzoek richt zich op de volgende vragen:

  • Hoe beïnvloedt GenAI de toetsvaliditeit?
  • Welke leerdoelen zijn kwetsbaar voor GenAI-invloed?
  • Hoe kunnen toetsvormen en leerdoelen worden aangepast om GenAI-invloed te minimaliseren?

Een vijfstappenmethodologie werd ontwikkeld en toegepast op de bacheloropleiding Medische Informatiekunde. De stappen omvatten een pre-scan, quick-scan, detailed-scan, gevolgd door curriculumaanpassingen en consolidatiefase.

Uit de scans bleek dat 57% van de toetsen potentieel verminderde validiteit vertoont. Aanpassingen betroffen zowel wijzigingen in toetsvormen als het integreren van GenAI-geletterdheid in het curriculum om studenten voor te bereiden op verantwoord gebruik van AI.

Discussievragen/stellingen

  • Welke leerdoelen zijn relevant en nodig: waarmee moeten we doorgaan, stoppen en welke nieuwe vaardigheden en kennis moeten studenten leren?
  • Het gebruik van GenAI kan alleen effectief zijn als studenten eerst een sterke basiskennis opbouwen zonder GenAI?


Studenten voorbereiden op leven lang ontwikkelen: epistemic agency als fundament voor student agency?

Chair(s): Janine Haenen (De Haagse Hogeschool)

Presentator(en): Janine Haenen (De Haagse Hogeschool), Belinda Ommering (Hogeschool Utrecht)

De maatschappij vraagt door toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken om wendbare en bekwame professionals. Om studenten voor te bereiden op een leven lang ontwikkelen, is in het hoger onderwijs ruimte voor ontwikkeling van agency nodig (Biesta & Tedder, 2007; OECD, 2018). In deze discussietafel leggen we de focus op twee soorten agency: student agency en epistemic agency. Student agency (of: stuurkracht) betreft de capaciteit om doelbewust en reflectief eigen leergedrag en leeromgeving te kunnen sturen (Bandura, 2018). Epistemic agency (of: onderzoekend vermogen) houdt in dat studenten handelingsverlegenheid kunnen herkennen en met een proactieve houding richting kenniscreatie kunnen bewegen van niet-weten naar weten (Heikkila et al., 2023; Munneke, 2024). In deze discussietafel verkennen we de verhouding tussen beide: betreft epistemic agency een fundament voor student agency? Met prikkelende stellingen en dialoog gaan we in op de relatie tussen epistemic en student agency op drie niveaus: theorievorming, praktische toepasbaarheid en docentprofessionalisering.



Leven lang ontwikkelen voor iedereen vanzelfsprekend: een regionale aanpak

Chair(s): Evelien Ketelaar (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The), Elco Buurma (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)

Presentator(en): Evelien Ketelaar (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The), Elco Buurma (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The), Annoesjka Boersma (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The), Ilya Zitter (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)

De Utrecht Talent Alliantie (UTA) stimuleert en ondersteunt in de provincie Utrecht een diversiteit aan projecten en initiatieven met als doel de beroepsbevolking toekomstbestendig maken. Eén van de speerpunten is ‘Leven lang ontwikkelen is voor iedereen vanzelfsprekend’. Gedurende een periode van vijf jaar volgen we verschillende initiatieven verbonden aan de UTA door onderzoek te doen naar ‘wat werkt’. Dit doen we middels een iteratief proces van literatuurverkenning, dataverzameling, terugleggen van bevindingen en theorievorming.

Uit een compacte literatuurstudie naar leven lang ontwikkelen (LLO) kwamen vijf theoretische thema’s naar voren - loopbaanontwikkeling, duurzaam en betekenisvol leren, samenwerking, vormen van leren en skillsgerichte benadering – die we hebben we ingekleurd en aangescherpt op basis van data verzameld in reflexieve sessies met zeven UTA-initiatieven.

We delen tijdens de discussietafel onze laatste inzichten en gaan in gesprek over de waarde van het LLO-kader en welke aanscherping, nadere inkleuring en (eventuele) uitbreiding het nodig heeft.



Opvattingen, gedrag en leiderschapsstijlen van schoolleiders die gespreid leiderschap stimuleren.

Chair(s): Marlon van de Put (Fontys, Netherlands, The)

Presentator(en): Marlon van de Put (Fontys), Anje Ros (Fontys), Marjan Vermeulen (Open Universiteit)

De rol van schoolleiders bij het ontwikkelen van gespreid leiderschap kan ertoe leiden dat er een persoonlijke transformatie in de eigen leiderschapsopvattingen nodig is (Murphy et al., 2009). Opvattingen over leiderschap van schoolleiders omvatten persoonlijke waarden en overtuigingen die van invloed zijn op hun handelen (Louws et al., 2020; Wallace & Priestley, 2011), zeker als het om gespreid leiderschap gaat, waarbij ook hun eigen rol onderdeel van de verandering is.

Onderzoeksvraag: welke rol spelen opvattingen over leiderschap van schoolleiders in hun afwegingen voor interventies gericht op het ontwikkelen van gespreid leiderschap? Hiertoe zijn semigestructureerde (focusgroep) interviews afgenomen bij 18 schoolleiders gericht op hun opvattingen over leidershap, leiderschapsstijl, interventies gericht op gespreid leiderschap en afwegingen daarbij. Uit de resultaten blijkt dat schoolleiders voornamelijk collegiale leiderschapsopvattingen hebben, maar een mix van collegiaal en sturend leiderschapsgedrag laten zien.

Discussievraag:
Hoe kunnen we verschillende variabelen in samenhang analyseren en beschrijven?



Lerend leven voor meer toekomstperspectief

Chair(s): Dineke Tigelaar (Universiteit Leiden)

Presentator(en): Dineke Tigelaar (Universiteit Leiden), Lysanne Post (Universiteit Leiden), Rineke Keijzer (kenniscentrum Talentonwikkeling)

Verbinding van verschillende leer- en leefcontexten is veelbelovend om studenten perspectief te bieden in opleiding en werk. Dit onderzoek combineert ecologisch perspectief (naar sociale leer- en leefomgevingen en leren van studenten) met individueel perspectief (hoe studenten zelf hun leerproces in diverse omgevingen ervaren), en bouwt voort op theorie over begeleiding bij studiekeuze en toekomstoriëntatie, met speciale aandacht voor interesseonderzoek en verbinding van opleiding en werk, persoonlijke leefwereld, welzijn en vorming.

Bij drie onderwijsinstellingen (mbo, hbo, wo) zijn kenmerken van begeleidingspraktijken beschreven. Aanvullend is met vragenlijstonderzoek en twee dieptestudies inzicht verkregen in interesseprofielen en identiteitsdoelen van studenten en hun leef- en leerervaringen.

Het onderzoek resulteerde in ontwerpprincipes voor studiekeuze- en loopbaanbegeleiding, ingedeeld naar perspectief van student, docent en leeromgeving.

Tijdens de discussietafel bediscussiëren we theoretische en praktische relevantie van de ontwerpprincipes voor:

  1. Student agency in loopbaanleerprocessen
  2. Verbinding met andere omgevingen (zingeving, kunst, cultuur)
  3. Rol van medestudenten in leerprocessen


Leerkrachten klaarstomen voor een AI toekomst met behulp van PAIDEIA!

Chair(s): Katrien F. T. Dehaese (UCLL, Belgium)

Presentator(en): Bart Boelen (UCLL), Katrien Dewaele (UCLL), Gwen Cams (UCLL)

Leerkrachten klaarstomen voor een AI-toekomst met behulp van PAIDEIA!

PAIDEIA, een Forward Looking Erasmus Project, bereidt leerkrachten voor om verantwoord met AI om te gaan in het onderwijs. Het project ontwikkelt een cursus met activiteiten en materialen die leerkrachten de nodige kennis, attitudes en vaardigheden bijbrengen om AI in het onderwijs te leren kennen, toe te passen en te managen. Uitkomsten van het project zijn onderzoek, training en beleidsvorming met een mensgerichte benadering van AI. Onderzoek richt zich op de huidige staat van AI-competenties (AI&ED) bij leerkrachten. Het ontwikkelt een AI&ED competentiekader, aanvullend op UNESCO (2024), en een daarop gebaseerd spiral curriculum. Als een ‘experiential learning project’ omvat PAIDEIA observatie, reflectie, planning en actie in een cyclisch proces (O’Leary, 2004). De literatuurstudie (Donlon et al., 2024 ) en een prototype van het training curriculum worden gepresenteerd. Discussievragen omvatten duurzaamheid van AI-ontwikkelingen, het “human-centred” ontwerp, evidence-informed modellen en integratiemogelijkheden binnen lerarenopleidingen.



“Anders organiseren vraagt leiderschap”: implementatie van ability grouping als schoolbeleid in het basisonderwijs

Chair(s): Annefleur Vogelaar (Universiteit Utrecht, Netherlands, The)

Presentator(en): Annefleur Vogelaar (Universiteit Utrecht, Netherlands, The)

De politiek-educatieve agenda is steeds meer gericht op het anders organiserend vermogen van het basisonderwijs als antwoord op veranderende behoeften van leerlingen en eisen die aan onderwijsprofessionals worden gesteld (Hallam & Parsons, 2013). De trend om leerlingen in te delen rondom vaardigheidsniveaus (i.e. ability grouping) neemt toe (Francis et al., 2017; Oakes, 2008). Er is gelimiteerde literatuur omtrent succesvolle implementaties van ability grouping waardoor de onderwijspraktijk stuit op complexe organisatorische, pedagogische en didactische gevolgen (Imants et al., 2020; Kelchtermans, 2018).

De onderzoeksvraag is hoe schoolleiders innovatieprocessen in goede banen leiden en wat dit van schoolleiders vraagt. Het voornemen is om dit te onderzoeken middels focus group interviews. De voorgelegde discussievraag is of deze methode inzicht geeft op kritische momenten tijdens het implementatieproces en of deze antwoord geven op hoe onderwijsprofessionals tijdens interventies worden ondersteund, welke leiderschapspraktijken hieraan bijdragen, hoe schoolleiders reflecteren op innovaties en welke beslissingen het meest effectief waren.



NRO-sessie: Een GO (gespecialiseerd onderwijs) in het doen van onderwijsonderzoek

Chair(s): Rachel Poldermans (NWO, Netherlands, The)

Presentator(en): ntb ntb (ntb), ntb ntb (ntb)

Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) heeft als missie om de kwaliteit van onderwijs te versterken met kennis uit onderzoek. Voor iedereen in het onderwijs: onderzoekers, onderwijsprofessionals, lerarenopleiders en beleidsmakers (NRO, 2024). Iedereen in alle sectoren bereiken is echter niet altijd vanzelfsprekend. Neem bijvoorbeeld het gespecialiseerd onderwijs. In deze onderwijssector worden er relatief weinig onderzoeksaanvragen toegewezen. Een aantal financieringsprogramma’s, zoals Effectmeting Kansrijke Interventies (EKI) pilottrajecten vmbo, praktijkonderwijs en (v)so en Onderwijsondersteuning zijn expliciet gericht op deze sector. De positie van de sector in onderwijsonderzoek en onderzoeksfinanciering zou echter sterker kunnen.

Deze discussietafel heeft als doel om een nog beter beeld te krijgen van het doen van onderzoek binnen het gespecialiseerd onderwijs en op welke manier we dit kunnen versterken. Welke vraagstukken spelen er in dit onderzoeksveld en welke oplossingsrichtingen zijn mogelijk?



In gesprek met de ORD2025-organisatoren: wat is dan een goede theorie?

Chair(s): Rianne Janssen (KU Leuven, Belgium)

Presentator(en): Koen Aesaert (KU Leuven), Mieke De Cock (KU Leuven), Bert De Smedt (KU Leuven), Fien Depaepe (KU Leuven), Maarten Simons (KU Leuven)

Als niets zo praktisch is als een goede theorie, dan rijst de vraag wat een goede theorie is. Daarvoor is binnen de wetenschapsleer jarenlang empirische verificatie als belangrijkste criterium naar voren geschoven. Recenter wordt erkend dat een theorie ook een constructie omvat van de werkelijkheid, waaruit bepaalde aspecten worden opgelicht, maar waaraan ook hypothetische elementen worden toegevoegd. De praktische relevantie van een theorie kan zo gelinkt worden aan de toepasbaarheid van haar empirische bevindingen én aan de waarde van haar referentiekader om naar de onderwijspraktijk te kijken. Mogelijk is er hiertussen een spanningsveld. Empirische toetsing vraagt om het vernauwen van het beeld van de onderwijsrealiteit. Een brede onderwijskundige visie valt daarentegen moeilijker te verifiëren.

Discussievragen:

  • Wat is een voorbeeld van een goede theorie?
  • In welk opzicht is deze theorie praktisch relevant?
  • Is er een spanningsveld tussen empirische toetsbaarheid en brede toepasbaarheid?