Beschermende factoren voor leesvaardigheid
Chair(s): Sanne Appels (Universiteit Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): Sanne Appels (Universiteit Utrecht, Netherlands, The), Lisette Hornstra (Universiteit Utrecht, Netherlands, The), Sietske van Viersen (Universiteit Utrecht, Netherlands, The)
Onderzoek naar leesproblemen richt zich voornamelijk op risicofactoren, terwijl in bestaande theorie onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende typen factoren1,2. Voor deze discussietafel richten we ons specifiek op beschermende factoren. Dit zijn factoren die bijdragen aan beter-dan-verwachte leesuitkomsten, specifiek voor kinderen met (een risico op) woordleesproblemen1,2. Op basis van empirische data gaan we bepalen welke factoren als beschermende factoren bij het lezen fungeren. We hebben in ons longitudinale onderzoek bij basisschoolleerlingen verschillende mogelijke beschermende factoren gemeten waaronder relationele, motivationele en onderwijsgerelateerde factoren. Uit eerder onderzoek blijkt dat er nog weinig empirische informatie over deze beschermende factoren beschikbaar is2. In de discussietafel willen we variabelen voorleggen aan deelnemers en samen nadenken over welke variabelen potentieel de sterkste beschermende rol spelen. Daarnaast willen we met deelnemers in gesprek over wat de meest beïnvloedbare factoren zijn en welke mechanismen mogelijk een rol spelen bij de werking van deze beschermende factoren.
Spannende samenwerkingsverbanden: omgaan met spanningen die horen bij organisatie overstijgende samenwerking in onderwijs.
Chair(s): R Capiau (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): R Capiau (Hogeschool Utrecht)
Om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken wordt in onderwijs steeds meer samengewerkt over grenzen van organisaties en afdelingen heen, bijvoorbeeld in netwerken of innovatie-ecosystemen1,2. Vanwege de complexiteit van deze samenwerkingsverbanden, waarin bijvoorbeeld tegenstrijdige belangen en het nastreven van verschillende doelen tegelijkertijd spelen, kunnen spanningen ontstaan in onderwijsorganisaties3.
Wanneer deze spanningen niet bewust worden gehanteerd kunnen ze negatief uitwerken. Dit leidt tot minder productieve samenwerkingen en belemmert innovatie4. In een literatuurreview werd onderzocht welke spanningen er ontstaan door complexe samenwerkingsverbanden tussen organisaties en op welke manier onderwijsorganisaties, leiders en onderwijsprofessionals kunnen omgaan met deze spanningen, om zo samenwerking en innovatie te bevorderen.
In deze discussietafel wordt besproken (1) wat de inzichten uit de literatuurreview zijn, (2) in welke mate deze theoretische inzichten praktisch bruikbaar zijn voor deelnemers, (3) welke andere handelingsperspectieven deelnemers zien, en (4) op welke manier dit verder kan worden onderzocht in de praktijk.
Patronen in reflectieve dialogen tussen bassischoolleerkrachten
Chair(s): Simone Rijksen (Universiteit Leiden, Netherlands, The)
Presentator(en): Simone Rijksen (Universiteit Leiden, Netherlands, The)
Hoewel reflectieve dialoog wordt gezien als een effectief leerinstrument waarbij docenten continu reflecteren op hun onderwijspraktijk met als doel hun kennis te vergroten en de lespraktijk duurzaam te verbeteren (Nehring et al., 2010; Stoll et al., 2006), wordt het leerpotentieel niet altijd benut (Lefstein et al., 2020). Voor een beter inzicht in werkende principes, onderzoekt deze studie het verloop van reflectieve dialogen. Het theoretisch kader, gebaseerd op werk van Bungum et al. (2018) en (Mercer (2004), onderscheidt de volgende typen talks: exploratief (bevragen, redeneren), cumulatief (voortbouwend), confirmatief (bevestigend) en onafhankelijk (losstaande uitspraken). De onderzoeksvraag is: Welke patronen van types of talk kunnen worden onderscheiden in reflectieve dialoogbijeenkomsten? Bijeenkomsten van zes docentgroepen zijn gecodeerd en geanalyseerd middels sequentieanalyse. Deelnemers in exploratieve meetings lijken meer te redenen en vragenstellen. Vragen voor de discussietafel zijn: welke factoren verklaren verschillen tussen groepen en in hoeverre ondersteunt het theoretisch kader reflectieve dialogen in de praktijk?
Docentovertuigingen en gedrag bij veranderende toetsculturen: een scoping review
Chair(s): Martijn Vlug (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): Martijn Vlug (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Hoger Onderwijs zet in toenemende mate in op het opleiden van levenslang lerende, adaptieve professionals. Dat vraagt om verregaande verandering van bestaande toetsing, gericht op: het stimuleren van leren i.p.v. enkel beslissen; eigenaarschap van studenten; en module/vakoverstijgend kijken naar leren en beslissen (Baartman & Quinlan, 2023; Jessop et al., 2014). Dit vraagt een verandering van toetscultuur (Simper et al., 2022). Docentovertuigingen en gedrag zijn essentiële onderliggende bouwstenen van toetsing en een toetscultuur (Harrison et al., 2017). Onderzoeksvragen aan de discussietafel zijn:
- Welke docentovertuigingen en gedragingen werken in op verandering van toetsing en toetscultuur?
- Welke aspecten kunnen verandering in toetsing(scultuur) stimuleren of belemmeren?
Input voor het gesprek is een uitgevoerde scoping review naar deze vragen. Resultaten van de review zijn een overzicht van overtuigingen, gedragingen, obstakels en versterkers. In de discussietafel worden deze verder geïdentificeerd met als doel effectieve strategieën te ontwikkelen om verandering in toetsculturen te ondersteunen.
Impact van digitale technologie op leren
Chair(s): Febe Demedts (KU LEUVEN, Belgium)
Presentator(en): Febe Demedts (KU LEUVEN, Belgium), Ruth Boelens (Hogeschool VIVES, Belgium), Rani Van Schoors (KU LEUVEN, Belgium), Fien Depaepe (KU LEUVEN, Belgium)
Technologie biedt voortdurend nieuwe mogelijkheden voor diverse maatschappelijke sectoren, waaronder onderwijs. Toch is de impact van technologische innovaties in het onderwijs niet eenduidig1,2. Het is daarom belangrijk om een genuanceerde kijk te hebben over de relatie tussen technologie en onderwijsprocessen3,4,5. Vanuit deze invalshoek wordt, in samenwerking met Leerpunt, een review van meta-analyses uitgevoerd met als centrale onderzoeksvraag “Wat is de impact van digitale technologie op leren in het basisonderwijs?”. De uitkomsten van deze wetenschappelijk onderbouwde kennisbasis worden vertaald naar een leidraad met concrete aanbevelingen voor het onderwijsveld.
Discussievragen en stellingen ter tafel
- Bespreking van het conceptueel raamwerk en de belangrijkste onderzoeksresultaten.
- Feedback op de concrete aanbevelingen: zijn alle richtlijnen relevant, duidelijk, bruikbaar?
- Voorbeelden verzamelen die invulling geven aan de gesuggereerde aanbevelingen: hoe geef je een bepaalde richtlijn succesvol vorm, welke digitale technologie werkt (niet) voor jou, of in welke mate maak je reeds gebruik van digitale technologie in de klas?
Samen leren van je leerlingen: de relatie tussen dialogen in Lesson Study bijeenkomsten en PCK-ontwikkeling
Chair(s): Ilse Maessen (Technische Universiteit Eindhoven, Netherlands, The)
Presentator(en): Ilse Maessen (Technische Universiteit Eindhoven), Lesley de Putter (Technische Universiteit Eindhoven), Nienke Nieveen (Technische Universiteit Eindhoven)
Lesson Study (LS) kan, afhankelijk van de kwaliteit van de dialogen tussen docenten, een effectieve manier van docentprofessionalisering zijn. Dit onderzoek bekijkt de relatie tussen dialogen in Lesson Study bijeenkomsten en de ontwikkeling van Pedagogical Content Knowledge (PCK) van formatieve evaluatie in op socioscientific issues-gebaseerde bètalessen. De studie omvat 12 bètadocenten, verdeeld over vier heterogene LS-groepen, die elk tweemaal de LS-cyclus doorliepen. Gedurende het traject vulden docenten op verschillende momenten pre- en post-PCK-formulieren in, welke zijn geanalyseerd volgens het model van Barendsen & Henze (2017) en Magnusson et al. (1999). Voor analyse van de transcripties van de LS bijeenkomsten is het model van Vrikki et al. (2017) gebruikt.
Tijdens deze discussietafel delen we de verdere resultaten en bediscussiëren we enkele complexiteiten die onze resultaten mogelijk beïnvloeden. Verder bespreken we hoe binnen dit onderzoek een within- en across-case-analyseaanpak tot generaliseerbare conclusies voor zowel de theorie als praktijk van LS kan leiden.
Student Agency onderzoek voor verbetering onderwijskwaliteit
Chair(s): Anja Schoots (Universiteit Leiden, Netherlands, The)
Presentator(en): Anja Schoots (Universiteit Leiden, Nederland)
Student agency, de wil en het vermogen om regie te nemen in het eigen leerproces (Bandura, 2001; Vaughn, 2020) is essentieel voor het verbeteren van leerprestaties (Anderson et al., 2019), welzijn en het verminderen van stress (Leo et al., 2020). In deze studie hebben leerlingen zelf gereflecteerd op hun agency, welzijn en stress. Deze gegevens zijn gecombineerd met hun cijfergemiddelde op kernvakken. Een regressieanalyse toont een significante relatie tussen agency en voornoemde uitkomsten. Aanvullende interviews met leerlingen bieden meer context en inzicht. Omdat leerlingen verschillen in de wil en het vermogen om regie te nemen op hun eigen leerproces, is het belangrijk dat docenten, op basis van de inbreng van leerlingen, de ontwikkeling van student agency ondersteunen (Conijn et al., 2024; Erss, 2023; Matusov et al., 2016).
Discussie
In de discussie worden, aan de hand van stellingen, de praktische implicaties van agency-onderzoek voor het monitoren en verbeteren van onderwijskwaliteit besproken.
Schaalbaarheid en betaalbaarheid van learning analytics in het onderwijs: De rol van educational designers
Chair(s): Petra Fisser (ROC van Twente, Netherlands, The)
Presentator(en): Tjark Huizinga (Hogeschool Saxion), Chantal Velthuis (Hogeschool Saxion), Tiuri de Jong (ROC van Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Irene Visscher-Voerman (Hogeschool Saxion)
Learning analytics hebben het doel om inzicht in het leerproces en context van lerenden te verschaffen (Siemens & Long, 2011). Deze inzichten bieden aanknopingspunten om het onderwijs te versterken (Drugova et al., 2024), bijvoorbeeld doordat docenten het leerproces beter kunnen ondersteunen (Heikkinnen et al., 2023). De schaalbaarheid en betaalbaarheid blijven uitdagingen. Binnen ons onderzoek zijn docenten ondersteund bij het hanteren van learning analytics om studievoortgang en sociale binding te bevorderen. Interviews met docenten illustreren de cruciale rol van instructional designers bij het implementeren van learning analytics in het onderwijs. Echter, hoe kan deze rol worden vervuld indien er een grootschalige implementatie van learning analytics plaatsvindt? De centrale vragen binnen deze discussietafel zijn: Wat zijn de belangrijkste uitdagingen bij grootschalige implementatie van learning analytics in het onderwijs? Welke rol speelt een instructional designer hierin? Discussiepunten gaan over obstakels van schaalbaarheid, vereiste expertise van docent en instructional designer en organisatiebrede ondersteuning.
Evaluatie van de invloed van een post-initieel work-integrated learning programma op gedragsverandering van fysiotherapeuten.
Chair(s): Han van Dijk (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): Mariëlle Goossens (Universiteit Maastricht, Netherlands, The), Albère Köke (Universiteit Maastricht, Netherlands, The), Rob Smeets (Universiteit Maastricht, Netherlands, The), Ilya Zitter (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Inleiding
Fysiotherapeuten zijn zich bewust van het belang van een integrale aanpak bij chronische pijn. Toch blijft ernaar handelen in de dagelijkse praktijk lastig. Barrières hiervoor zijn gebrek aan bekwaamheid, onduidelijkheid over eigen rol en patiëntweerstand (van Dijk et al., 2023). Gangbare professionalisering richt zich vooral op kennisoverdracht, met weinig aandacht voor gedragsverandering.
Onderzoeksvraag
Wat is de invloed van een post-initieel work-integrated learning (WIL) programma op gedragsverandering van fysiotherapeuten?
Onderzoeksopzet
Met participatief actieonderzoek en co-designmethoden werd een WIL-programma (CEWIL Canada, 2021) ontworpen en getest. Interviews en documentatie van behandelsessies leverden data op voor evaluatie van gedragsverandering.
Resultaten
Uit de analyse komen vijf thema’s naar voren die bijdragen aan gedragsverandering, zoals het uitdagen om nieuwe methodes uit te proberen, zodat deelnemers loskomen van routines. De behandelsessies worden nog geanalyseerd.
Discussievraag
Hoe kunnen we de invloed van professionalisering op gedragsverandering van zorgverleners monitoren?
- Zijn audio-/ video-opnamen hiervoor geschikt en zo ja, hoe?
Collectief onderzoekend vermogen in leergemeenschappen: theorie en praktijk
Chair(s): Belinda Ommering (HU University of Applied Sciences Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): Belinda Ommering (Hogeschool Utrecht), Anna van der Want (Hogeschool Leiden), Sandra Wagemakers (Avans Hogeschool), Mechteld van Kuijk (Hanzehogeschool Groningen), Hanneke Assen (NHL Stenden)
Professionals komen regelmatig in situaties zonder simpele antwoorden, zijn actief bezig met nieuwe kennis en ontwikkelen zichzelf een leven lang. In leergemeenschappen waar verschillende werelden samenkomen om discipline-overstijgend te werken aan maatschappelijke vraagstukken zijn deze vaardigheden extra relevant. Deelnemers in leergemeenschappen ervaren uitdagingen en situaties van niet-weten. Zowel collectief als individueel onderzoekend vermogen (Munneke, 2024) biedt een theoretisch kader om hier handen en voeten te geven, aangezien dit vermogen een belangrijke rol speelt in het ontwikkelen van (handelings)kennis. Om gezamenlijk te werken aan kennisconstructie (Damşa et al., 2010) is o.a. een gedeeld ‘epistemic frame’ nodig over welke kennis waardevol is (van Oeffelt, 2015, p.386). Hoe is dit, en daarmee collectief onderzoekend vermogen, goed theoretisch in te bedden en in kaart te brengen? In deze discussietafel willen we tot inzichten komen op theoretisch en methodologisch gebied. Zijn de voorgestelde ‘muzische werkvormen’ en structurele reflecties hiervoor geschikt, of zijn andere aanpakken gewenst?
Kansengelijkheid op Vrijescholen: methodologische overwegingen bij case-studyonderzoek
Chair(s): Anna van der Want (Hogeschool Leiden, Netherlands, The)
Presentator(en): Marieke van der Sanden (Hogeschool Leiden), Anna van der Want (Hogeschool Leiden), Kees Koonings (Universiteit van Amsterdam)
Kansengelijkheid binnen het onderwijs staat al jaren op de agenda (Elffers, 2023). Het neemt toe wanneer scholen een pluralistisch diversiteitsmodel hanteren (Konings, 2024) waarbij zij hun curriculum afstemmen op de sociaal-culturele achtergrond van leerlingen (Alhanachi et al., 2021; Denessen et al., 2011). Verschillende onderwijsconcepten gaan in de praktijk verschillend om met sociaal-culturele diversiteit. Dit mixed-methodsonderzoek bestudeert Vrijescholen, die sinds hun ontstaan op een pluralistische manier gericht zijn op het bevorderen van kansengelijkheid (Rawson, 2021). De onderzoeksvraag luidt:
Hoe en in hoeverre draagt de Vrijeschool bij aan grotere kansengelijkheid?
Een deel van het promotieonderzoek bestaat uit (etnografische) casestudies. Middels documentanalyse, participerende observatie, semi-gestructureerde interviews en focusgroepen zal data worden verzameld. Tijdens deze discussietafel staan methodologische kwesties centraal die nauw aansluiten bij het congresthema over de relatie tussen theorievorming en praktijkrelevantie. Aan de hand van stellingen zal worden gesproken over onderzoeker- en observatiebias, saturatie, vergelijkbaarheid, theorievorming en praktijkrelevantie.
Interdisciplinair samenwerken, leren, onderzoeken en innoveren. Hoe doe je dat?
Chair(s): Klaas Doorlag (Hogeschool Utrecht, Netherlands, The)
Presentator(en): Klaas Doorlag (Hogeschool Utrecht)
De kwaliteit van zorg staat onder druk door vergrijzing en personeelstekort. Samenwerking tussen ouderen, sociale netwerken en zorgorganisaties is daardoor noodzakelijk (SER 2020). In de regio Utrecht werken daarom elf partners samen. Er is veel gezegd is over interdisciplinaire samenwerking (Valentijn, 2019), maar er is weinig bekend over hoe interdisciplinaire samenwerking moet worden vormgegeven zodat samen wordt geleerd en dat uitmondt in daadwerkelijke duurzame zorginnovatie. Onderzoek laat zien dat leren in netwerken wordt bevorderd door monitoring gericht op feedback. (Peeters et al., 2022; Van der Steen et al., 2018). In een Raak-publiek subsidie beschrijven we een ontwerpgericht onderzoek (Turnhout et all, 2023) waarbij studenten, zorgprofessionals en onderzoekers samen een leergemeenschap ontwerpen, inclusief een monitoring, die aanzet tot duurzame innovatie in de ouderenzorg.
Discussievraag: Op welke manier kan het verzamelen van data het leren in netwerken bevorderen?
Stelling:
Het verzamelen van harde data in innovatie remt het leren van professionals
|