Toon de sessies

 
Only Sessions at Date / Time 
 
 
Sessie overzicht
Sessie
S25: Vorming van identiteit en netwerk: het belang van sociaal kapitaal in het hoger onderwijs
Tijd:
Thursday, 05.06.2025:
10:00 - 12:00

Plaats: AV - 03.12


Show help for 'Increase or decrease the abstract text size'
Presentations

Vorming van identiteit en netwerk: het belang van sociaal kapitaal in het hoger onderwijs

Chair(s): Marieke Meeuwisse (Erasmus Universiteit Rotterdam, Netherlands, The)

Discussant(en): Ayla de Schepper (Karel de Grote Hogeschool)

Student worden is een proces, vooral tijdens de transitie naar het hoger onderwijs. Lins (1999) sociaal kapitaal theorie stelt dat hulpbronnen binnen een sociaal netwerk kunnen bijdragen aan het behalen van individuele doelen, zoals identiteitsontwikkeling, sense of belonging en welbevinden. Dit symposium presenteert daarom drie empirische, longitudinale kwalitatieve en kwantitatieve (netwerk)studies naar de vorming van sociaal kapitaal en het wordingsproces van studenten tijdens de transitie naar het hoger onderwijs.

De bijdragen verschillen in hun longitudinale methodieken en betreffen (1) het wordingsproces, (2) de rol van belonging en professionele identiteit in peernetwerken, en (3) de rol van stress en burnout in peernetwerken. Het symposium draagt bij aan theorievorming over identiteitsontwikkeling en sociaal kapitaal tijdens de transitie naar het hoger onderwijs. Dit sluit aan bij het actuele debat over hoe studentsucces bevorderd kan worden, vooral in een tijd van geopolitieke spanningen die het ‘wordingsproces’ tijdens de transitie naar het hoger onderwijs beïnvloeden.

 

Presentaties van het symposium

 

Dynamieken van zelfbegrip in het wordingsproces van studenten

Lieve de Coninck1, Sanne van Herpen2
1Hogeschool van Amsterdam, 2Erasmus Universiteit Rotterdam

Inleiding

Het wordingsproces, becoming, wordt erkend als onderdeel van het transitieproces dat studenten doormaken wanneer ze starten in het hoger onderwijs (Gale & Parker, 2014; Gravett, 2021). Dit proces van ‘student worden’ is echter theoretisch en empirisch onderontwikkeld in vergelijking met onderzoek naar succesfactoren in de transitie gericht op verklaren van gedrag en prestaties van studenten (cf. Coertjens et al., 2017; de Clercq et al., 2018; Willems et al., 2023). In deze paper hanteren we de lens van becoming (Gale & Parker, 2014; Gravett & Winstone, 2021; Groves & O’Shea 2019). Student worden is een actief leerproces, waarin de student zijn rol leert uitvoeren, en tot begrip komt van zichzelf in het hoger onderwijs (O’Shea et al., 2024). Het veranderende sociaal netwerk is hierbij een cruciaal element.

Methode

Middels een casestudy design zijn twaalf eerstejaarsstudenten geinterviewd vlak voor het begin van hun studie, een maand later, en ongeveer drie maanden later na de eerste studieresultaten. De leidende onderzoeksvraag in de casestudy was: Hoe ervaren aankomende eerstejaarsstudenten de overgang naar hoger onderwijs?

De topical interviews betroffen de voorgeschiedenis van de student, de keuze en voorkennis voor de hogeschool, en per meetmoment de ervaringen tot nu toe, de vanzelfsprekendheid van studeren, studieprestaties en ondersteuningsbehoeften.

Na een eerste topical ordening en twee intercoder kalibratiesessies, zijn de data vervolgens bestudeerd met de lens van becoming, waarbij een biografische benadering (Clandinin & Connelly, 2000) is toegepast en met een focus op “singularities and multiplicities” in de narratieven van de studenten (Gravett & Winstone, 2021, p. 1581). Dit betekent dat we fragmenten uit de interviews hebben geselecteerd die laten zien hoe biografische bijzonderheden van invloed zijn op de manier waarop studenten hun ervaringen tijdens de transitie interpreteren, en hoe deze interpretaties vervolgens invloed hebben op hun zelfpercepties als student (i.e. erbij horen, geloof in eigen kunnen, en possible selves).

Resultaten

De interviewdata laten per respondent een becoming narratief zien. Respondent R. laat bijvoorbeeld zien dat zaken als familiegeschiedenis, de commentaren van vrienden, ervaren hierarchie in het Nederlandse onderwijssysteem en een breder discours over ‘migratieachtergrond’ en taalvaardigheid meespelen in de manier waarop R. zijn kansen inschat in het hbo. R.’s verhaal toont hoe hij zelf een aanmoedigend verhaal over zijn capaciteiten en zijn ambities en wat voor iemand hij is naar voren brengt en dat het hem oplucht wanneer hij daarin bevestigd wordt door de eerste toetsresultaten.

Conclusie en Discussie

De resultaten illustreren dat studenten hun ervaringen dynamisch en steeds actief interpreteren, in interactie met bestaande verhalen uit hun sociale netwerk over zichzelf en het hoger onderwijs. Ook blijken de studenten van hun ervaringen actief een min of meer coherent narratief te maken over wie zij zijn, wat zij kunnen als student, en dat de ervaring van een (on)succesvolle transitie daarmee samenhangt. Het laat zien dat studentsucces gesitueerd succes is, waarin het interpretatiekader van studenten voor hun ervaringen een rol van belang speelt. Het becoming perspectief stelt zodoende het begrip van studentsucces ter discussie, en draagt bij aan meer coherente theorievorming van de transitie naar hoger onderwijs.

Referenties

Clandinin, D. J., & Connelly, F. M. (2000). Experience and story in qualitative research. Jossey-Bass.

de Clercq, M., Roland, N., Brunelle, M., Galand, B., and Frenay, M. (2018). The delicate balance to adjustment: a qualitative approach of student’s transition to the first year at university. Psychologica Belgica 58:67. doi: 10.5334/pb.409

Coertjens, L., Brahm, T., Trautwein, C., & Lindblom-Ylänne, S. (2017). Students’ transition into higher education from an international perspective. Higher Education, 73(3), 357–369. https://doi.org/10.1007/s10734-016-0092-y

Gale, T., and Parker, S. (2014). Navigating change: a typology of student transition in higher education. Studies in Higher Education. 39(5), 734–753. https://doi.org/10.1080/03075079.2012.721351

Gravett, K. (2021). Troubling transitions and celebrating becomings: from pathway to rhizome. Studies in Higher Education, 46(8), 1506-1517. https://doi.org/10.1080/03075079.2019.1691162

Gravett, K., & Winstone, N. E. (2021). Storying students’ becomings into and through higher education. Studies in Higher Education, 46(8), 1578-1589. https://doi.org/10.1080/03075079.2019.1695112

Groves, O., & O’Shea, S. (2019). Learning to ‘be’ a university student: First in family students negotiating membership of the university community. International Journal of Educational Research, 98, 48-54. https://doi.org/10.1016/j.ijer.2019.08.014

O'Shea, S., May, J., Stone, C., & Delahunty, J. (2024). First-in-family students, university experience and family life: Motivations, transitions and participation (p. 294). Springer Nature. https://library.oapen.org/handle/20.500.12657/76722

Willems, J., Vanoverberghe, V., Coertjens, L., & Donche, V. (2023). The First-year Integration Test: A validation study. Frontiers in Psychology, 14, 1101234. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2023.1101234

 

Professionele identiteitsontwikkeling en sense of belonging binnen peernetwerken in het hoger onderwijs: selectie of invloed?

Pieter van Lamoen1, Marieke Meeuwisse1, Annemarie Hiemstra1, Lidia Arends2, Sabine Severiens2, Jasperina Brouwer3
1Erasmus Universiteit Rotterdam, 2Erasmus Universiteit, 3Rijksuniversiteit Groningen

Inleiding en onderzoeksvragen

De transitie naar het hoger onderwijs is voor studenten een uitdagende periode, waarbinnen een eerste kennismaking met een nieuwe studie en vaak ook een nieuw professioneel vakgebied plaatsvindt. Voor een succesvolle transitie is de ontwikkeling van een sense of belonging met de onderwijsinstelling essentieel (Strayhorn, 2018). Daarnaast suggereert onderzoek het belang van professionele identiteitsontwikkeling (Tomlinson & Jackson, 2021). Een sterke sense of belonging en professionele identiteit kunnen helpen om gemotiveerd te blijven en te presteren.

Socioculturele perspectieven op onderwijs benadrukken dat sociale relaties zowel sense of belonging als professionele identiteitsontwikkeling bevorderen (Ahn & Davis, 2020; Jensen & Jetten, 2015). Onderzoek naar de rol van sociale relaties kan het beste gebeuren met een longitudinale sociale netwerkbenadering, waarbinnen de invloed van peerrelaties op belonging en professionele identiteit onderscheiden wordt van de rol die deze factoren spelen in selectie van peerrelaties (Snijders, 2011). Dit is belangrijk, omdat het theoretisch niet alleen aannemelijk is dat peerrelaties belonging en identiteit beïnvloeden, maar ook dat studenten met een sterkere belonging en professionele identiteit makkelijker peerrelaties opbouwen. Vanuit dit netwerkperspectief volgen twee onderzoeksvragen:

  1. In hoeverre spelen sense of belonging en professionele identiteit van eerstejaars studenten een rol in de selectie van vriendschaps- en hulprelaties?
  2. In hoeverre worden de sense of belonging en professionele identiteit van eerstejaars studenten beïnvloed door vriendschaps- en hulprelaties?

Methode

Ter beantwoording van de vragen verzamelden we longitudinale complete sociale netwerkdata op drie momenten tijdens het eerste semester binnen een eerstejaars studieprogramma (N = 247; >80% participatie). Surveys bevatten nominatievragen voor de peernetwerken, waarbij deelnemers medestudenten nomineerden als vriendschap- en hulprelaties, en vragen over sense of belonging en professionele identiteit. Data werden geanalyseerd met stochastic actor-oriented models (Ripley et al., 2024). Deze modellen kunnen selectie- en invloedeffecten binnen sociale netwerken analytisch onderscheiden.

Resultaten

Descriptieve statistieken laten zien dat de sense of belonging en professionele identiteit relatief stabiel waren tijdens het eerste semester. Uit de netwerkanalyses blijkt dat studenten met een sterkere belonging en professionele identiteit actiever waren in het aangaan van vriendschaps- en hulprelaties en beter ingebed raakten in de peernetwerken. Daarnaast waren studenten geneigd om bevriend te raken met medestudenten die een even sterke belonging rapporteerden. De netwerkmodellen laten dus significante selectie-effecten zien. Dit geldt niet voor de invloedeffecten. Hoeveel relaties studenten hadden en de ervaren belonging en professionele identiteit van hun relaties hadden geen invloed op de ontwikkeling van belonging en professionele identiteit van studenten.

Discussie

Alhoewel theoretische perspectieven voornamelijk invloed van peerrelaties op sense of belonging en professionele identiteit verwachten, laten onze resultaten vooral selectie-effecten zien. Studenten die instromen met een sterkere belonging en professionele identiteit blijken meer peerrelaties te vormen. Resultaten laten bovendien zien dat sense of belonging en professionele identiteit relatief stabiel blijven van het begin tot eind van het eerste semester. Deze stabiliteit biedt een verklaring voor de afwezigheid van invloedeffecten, en benadrukt het belang van aandacht voor sense of belonging en professionele identiteit in de aansluiting van voorgezet naar hoger onderwijs, om zo studenten te helpen met het opbouwen van ondersteunde peerrelaties.

Referenties

Ahn, M. Y., & Davis, H. H. (2020). Four domains of students’ sense of belonging to university. Studies in Higher Education, 45(3), 622–634. https://doi.org/10.1080/03075079.2018.1564902

Jensen, D. H., & Jetten, J. (2015). Bridging and bonding interactions in higher education: Social capital and students’ academic and professional identity formation. Frontiers in Psychology, 6. https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fpsyg.2015.00126

Ripley, R. M., Snijders, T. A. B., Boda, Z., Vörös, A., & Preciado, P. (2024). Manual for RSiena (version March 2024). Oxford: University of Oxford, Department of Statistics, Nuffield College; Groningen: University of Groningen, Department of Sociology.

Strayhorn, T. L. (2018). College students’ sense of belonging: A key to educational success for all students. Routledge.

Tomlinson, M., & Jackson, D. (2021). Professional identity formation in contemporary higher education students. Studies in Higher Education, 46(4), 885–900. https://doi.org/10.1080/03075079.2019.1659763

 

Een sociaal netwerkperspectief op sociaal kapitaal en stress bij STEM-studenten

Jasperina Brouwer
Rijksuniversiteit Groningen

Inleiding

STEM-programma’s worden gekarakteriseerd als competitief en veeleisend (Riegle‐Crumb et al., 2017). Eerstejaarsstudenten moeten zich dan ook staande houden in deze uitdagende leeromgeving, terwijl ze verschillende transities doormaken, zoals op zichzelf gaan wonen en een sociaal netwerk opbouwen (Arnett, 2000). Dit kan leiden tot stress en een verminderd mentaal welbevinden (Pluut et al., 2015; Robotham & Julian, 2006). Het transactionele model van stress en coping (Lazarus & Folkman, 1987) stelt dat stress ontstaat wanneer iemand een situatie als veeleisend ervaart gedurende een langere periode. Sociale hulpbronnen, in de vorm van sociaal kapitaal, kunnen bijdragen aan het verminderen van stress. Gebaseerd op de sociaalkapitaaltheorie (Coleman, 1990; Lin, 1999) wordt in deze studie de rol van stress en burnout onderzocht bij het aangaan van peerrelaties binnen vriendschapsnetwerken en academische hulpnetwerken. Het sociaal netwerkperspectief op sociaal kapitaal en stress is een waardevolle aanvulling op het onderzoek dat vaak gedaan is vanuit een individueel perspectief (Mishra, 2020; Robotham, & Julian, 2006).

Onderzoeksvragen

(1) Hoe zien de vriendschaps- en academische hulpnetwerken eruit binnen een STEM-programma?

(2) Wat is de rol van stress en burnoutklachten bij het aangaan van relaties binnen deze netwerken, controlerend voor achtergrondkenmerken (selectiemodel)?

(3) Wat is de toegevoegde waarde van SAOMs voor de theorievorming over sociaal kapitaal en stress?

Methodologie

De steekproef bestond uit 244 eerstejaars kunstmatige intelligentiestudenten (24% vrouw; 76% man) aan een Nederlandse universiteit. Op twee meetmomenten vulden ze een vragenlijst in over stress (Perceived Stress Scale; Cohen et al., 1983), burnout (School Burnout Inventory; Salmela-Aro et al., 2009) en achtergrondkenmerken (gender, nationaliteit, eerste generatiestudent). De vriendschaps- en academische hulpnetwerken werden met nominatievragen in kaart gebracht. De data werden conventioneel geanalyseerd (RM-ANOVA en OLS-regressie) en met stochastic actor-oriented modeling (SAOM; Snijders, 2001; Snijders et al., 2010). SAOM biedt inzicht in de sociale dynamieken, waaronder mechanismen van selectie- en/of invloed (Steglich et al., 2010).

Resultaten

De conventionele analyses lieten zien dat gedurende het academisch jaar het gemiddelde stressniveau significant toenam. Bovendien was stress significant positief gerelateerd aan burnoutklachten, terwijl er een negatief verband was met sociale integratie.

SAOMs (selectiemodellen) lieten zien dat studenten met een hogere mate van stress minder geneigd waren om vriendschappen te vormen en om academische hulp te vragen, terwijl ze wel vaker door anderen werden benaderd binnen deze netwerken. Pas wanneer ze burnoutklachten ervaarden, stapten ze op een medestudent af voor academische hulp.

Daarnaast bleek dat studenten die zich identificeren met dezelfde gender, eerder een relatie aangingen voor academische hulp.

Discussie

Aangezien SAOMs inzicht geven in sociale (selectie)mechanismen is het een waardevolle bijdrage aan de theorievorming over sociaal kapitaal en stress. Met een co-evolutiemodel kan worden nagegaan in hoeverre de sociale netwerken invloed hebben op stress en burnoutklachten. Een kritische kanttekening is dat de modellen gevoelig zijn voor het al dan niet opnemen van effectparameters en missende waarden. Hoe hiermee om te gaan, is een punt van discussie tijdens het symposium (Brouwer & Froehlich, 2023).

Referenties

Arnett, J. J. (2000). Emerging adulthood: A theory of development from the late teens through the twenties. American Psychologist, 55(5), 469–480.

Brouwer, J., & Froehlich, D. E. (2023). The dynamics of social networks: Towards a better understanding of selection and influence mechanisms in social capital building. In Re-Theorising Learning and Research Methods In Learning Research (pp. 112-125). Taylor and Francis Inc. https://doi.org/10.4324/9781003205838-8

Cohen, S., Kamarck, T., & Mermelstein, R. (1983). A global measure of perceived stress. Journal of Health and Social Behavior, 24(4), 385. https://doi.org/10.2307/2136404

Coleman, J. S. (1990). Foundations of social theory. Belknap Press of Harvard University Press.

Lazarus, R. S., & Folkman, S. (1987). Transactional theory and research on emotions and coping. European Journal of Personality, 1(3), 141–169.

Lin, N. (1999). Social networks and status attainment. Annual Review of Sociology, 25, 467–487. https://doi.org/10.1146/annurev.soc.25.1.467

Mishra, S. (2020). Social networks, social capital, social support and academic success in higher education: A systematic review with a special focus on ‘underrepresented’ students. Educational Research Review, 29. https://doi.org/10.1016/j.edurev.2019.100307

Pluut, H., Curşeu, P. L., & Ilies, R. (2015). Social and study-related stressors and resources among university entrants: Effects on well-being and academic performance. Learning and Individual Differences, 37, 262–268.

Riegle‐Crumb, C., Moore, C., & Buontempo, J. (2017). Shifting STEM stereotypes? Considering the role of peer and teacher gender. Journal of Research on Adolescence, 27(3), 492-505.

Robotham, D., & Julian, C. (2006). Stress and the higher education student: A critical review of the literature. Journal of Further and Higher Education, 30(2), 107–117.

Salmela-Aro, K., Kiuru, N., Leskinen, E., & Nurmi, J.-E. (2009). School Burnout Inventory (SBI): Reliability and validity. European Journal of Psychological Assessment, 25(1), 48–57. https://doi.org/10.1027/1015-5759.25.1.48

Snijders, T. A. B. (2001). The statistical evaluation of social network dynamics. In M. Sobel & M. Decker (Eds.), Sociological methodology (pp. 361-395). Basil Blackwell.

Snijders, T. A. B., Van de Bunt, G. G., & Steglich, C. E. G. (2010). Introduction to stochastic actor-based models for network dynamics. Social Networks, 32(1), 44-60.

Steglich, C., Snijders, T. A. B., & Pearson, M. (2010). Dynamic networks and behavior: Separating selection from influence. Sociological Methodology, 40(1), 329-392.