Belonging en Burgerschap in een Superdiverse Onderwijscontext
Chair(s): E.C. (Imke) Brummer (Erasmus University, Rotterdam), F. Zehra Çolak (Utrecht University)
Discussant(en): Noel Clycq (University of Antwerpen)
Dit symposium verkent hoe het onderwijs belonging en burgerschap kan bevorderen in een superdiverse samenleving. De vier bijdragen richten zich op de rol van emoties, machtsdynamieken en pedagogische interventies in het versterken van verbondenheid en rechtvaardigheid binnen onderwijscontexten. De eerste studie introduceert affective belonging als concept om verbondenheid in stedelijke vmbo-scholen te analyseren en rechtvaardige onderwijspraktijken te ontwikkelen. De tweede studie onderzoekt de rol van docenten bij het aanspreken van belonging van leerlingen met een migratieachtergrond in een co-creatief burgerschapscurriculum. De derde studie belicht de emotionele dimensie van burgerschap en hoe jongeren deze ervaren en onderhandelen binnen de schoolcontext. De vierde studie analyseert hoe geracialiseerde leerlingen een kritisch curriculum ervaren dat machtsdynamieken en ongelijkheden bespreekbaar maakt. Het symposium sluit aan bij het thema 'niets zo praktisch als een goede theorie' door de theoretische concepten belonging, affectief burgerschap en sociale rechtvaardigheid te verbinden met empirisch onderzoek en concrete aanbevelingen voor onderwijspraktijken.
Presentaties van het symposium
Affective belonging bij studenten van kleur: interacties met docenten op een randstedelijke school in Nederland
F. Zehra Çolak Utrecht University
Inleiding: Het concept "belonging" is een cruciaal thema binnen het onderwijs voor jongeren van kleur, die vaak discriminatie en ongelijkheden ervaren op de basis van hun sociale en culturele achtergrond (Çolak et al., 2020). Bestaande literatuur benadrukt het belang van belonging in het ondersteunen van diverse studentengroepen (Allen et al., 2018; Gray et al., 2018), maar blijft beperkt door universele definities die sociale en politieke contexten negeren.Hierdoor schiet deze literatuur tekort in het aanpakken van kwesties rondom belonging voor jongeren van kleur (Gravett & Ajjawi, 2022; Kuttner, 2023). Dit onderzoek introduceert een nieuwe theoretische benadering, namelijk affective belonging, om te analyseren hoe alternatieve mogelijkheden voor belonging kunnen ontstaan op een stedelijke Nederlandse vmbo-school (Çolak et al., under review). Hiermee presenteren we zowel een theoretisch raamwerk als een empirische focus om onderwijspraktijken gericht op rechtvaardigheid verder te ontwikkelen.
Onderzoeksvraag:
-
Hoe ervaren Nederlandse studenten van kleur belonging in hun interacties met docenten op een stedelijke school?
-
Welke docentpraktijken creëren alternatieve mogelijkheden voor belonging van studenten van kleur?
Methodologie: Dit kwalitatieve onderzoek maakt gebruik van 16 semi-gestructureerde interviews met studenten, klasobservaties en gesprekken met docenten. De data zijn verzameld op een VMBO-school in Nederland in de randstad. De data-analyse is gefocust op het analyseren van interviewtranscripten, het beluisteren van opnames, observaties en informele gesprekken met zowel leerlingen als docenten.
Resultaten: Jongeren van kleur beschreven hoe eerdere ervaringen met discriminatie en deficit-praktijken hun belonging belemmerden. Daartegenover benadrukten zij hoe docenten in op hen afgestemde praktijk zoals het authentieke gebruik van humor en taal door docenten in hun huidige school, hun engagement en gevoelens van waardering versterkten. De verhalen van studenten laten maken inzichtelijk hoe docenten via verschillende dimensies van affectieve belonging kleine momenten creeren, afstemmend op individuele leerlingen, en hen zo ruimte en aandacht boden. Deze docentpraktijken maakten ruimte voor nieuwe narratieven van belonging en bevestigden studenten als volwaardige deelnemers in leerprocessen.
Discussie: Het onderzoek onderstreept het belang van een affectieve belonging benadering die rekening houdt met de (persoonlijke) geschiedenis, de actuele situatie, en de toekomst van studenten van kleur. De resultaten illustreren vooral de cruciale rol van docentpraktijken bij het doorbreken van dehumaniserende normen en het creëren van rechtvaardige leeromgevingen.
Referenties
Allen, K., Kern, M. L., Vella-Brodrick, D., Hattie, J., & Waters, L. (2018). What Schools Need to Know About Fostering School Belonging: A Meta-analysis. Educational Psychology Review, 30(1), 1–34. https://doi.org/10.1007/s10648-016-9389-8
Çolak, F.Z., Lozano Parra, S., Wansink, B.G.J (under review). Towards Affective Belonging: Tracing Radical Possibilities of Belonging in Student-Teacher Encounters in a Dutch Secondary Prevocational School. Journal of Community Psychology.
Çolak, F. Z., Van Praag, L., & Nicaise, I. (2020). ‘Oh, this is really great work—especially for a Turk’: a critical race theory analysis of Turkish Belgian students’ discrimination experiences. Race Ethnicity and Education, 26(5), 623–641. https://doi.org/10.1080/13613324.2020.1842351
Gravett, K., & Ajjawi, R. (2022). Belonging as situated practice. Studies in Higher Education, 47(7), 1386–1396. https://doi.org/10.1080/03075079.2021.1894118
Kuttner, P. J. (2023). The Right to Belong in School: A Critical, Transdisciplinary Conceptualization of School Belonging. AERA Open, 9, 23328584231183407. https://doi.org/10.1177/23328584231183407
Ruimte maken voor belonging: de invloed van school en biografie van VMBO-docenten in het burgerschapslessen
Saro Lozano Parra Utrecht University
De ervaring van belonging van leerlingen met een migratieachtergrond is aan een opmars bezig (zie bijvoorbeeld Allen et al., 2018, Gravett & Ajjawi, 2022; Louie et al., 2022). Als het gaat om de rol van de docent, toon El Hadioui (2019) aan dat verschillende aspecten een rol spelen in het lesgeven die hij in kaart brengt door middel van Erving Goffman’s dramaturgisch perspectief.
Dit onderzoek is een deelonderzoek van een groter, lopend longitudinaal onderzoek waarbij leraaropleiders, onderzoekers en docenten samenwerken en middels co-creatie een burgerschapscurriculum ontwerpen die aansluit bij de populatie op een stedelijke Nederlandse VMBO school, gelegen in een economisch en cultureel diverse wijk. Naast curriculair onderzoek en exploratief onderzoek naar de klassenpraktijk focust dit deelonderzoek zich op de rol van de docent als het gaat om het aanspreken van de ervaring van belonging van leerlingen met een migratieachtergrond.
De sectie mens- en maatschappij van een VMBO school van een stedelijke school in Nederland worden ieder (n=9) individueel geïnterviewd. In de interviews en de analyse hiervan ligt de focus twee onderzoeksvragen, waarbij individueel handelen en de gemeenschappelijke context van de docenten onder de loep wordt genomen:
-
Wat is de invloed van de sectie, de docentenkamer en de schoolleiding op het ontwerpen van een nieuw burgerschapscurriculum passend bij de schoolpopulatie?
-
Op welke manier speelt de biografie van de docent een rol in het lesgeven van burgerschap?
De interviews zijn vervolgens geanalyseerd aan de hand van de dramaturgische beschrijving zoals beschreven door El Hadioui (2019). Hierbij wordt onderscheid gemaakt in hoe de samenwerking binnen de secties vormgeven aan lesdoelen die aansluiten bij de belonging van hun leerlingen, hoe gesprekken in de docentenkamer hun visies beïnvloeden, en op welke manier de relatie tot de schoolleiding in hun opdracht doorwerkt in het ontwerp. Hierna is een analyseronde gedaan waarbij de focus ligt op hoe docenten beschrijven gebruikt te maken van hun eigen persoonlijke biografie om tot belongingservaringen van leerlingen te komen, en hoe deze onderling binnen de respondent verschilt.
In de voorlopige resultaten geven docenten expliciet blijk hun biografie in te zetten. Via het discursieve gebruik van taal en een bewustzijn van hoe zij zelf als subject een klas of een school binnenkomen gaan ze relaties aan met hun leerlingen, en geven zij ruimte om tot affective belonging te komen (Çolak et al., under review). Waar witte docenten hierbij eigen ervaringen gebruiken als contrast om uit te nodigen, gebruiken de docenten met een migratieachtergrond hun biografie juist als een affirmatie en blijk van het (h)erkennen van de leerwereld en context van leerlingen.
Referenties
Allen, K., Kern, M. L., Vella-Brodrick, D., Hattie, J., & Waters, L. (2018). What Schools Need to Know About Fostering School Belonging: A Meta-analysis. Educational Psychology Review, 30(1), 1–34. https://doi.org/10.1007/s10648-016-9389-8
Ajjawi, R., Gravett, K., & O’Shea, S. (2023). The politics of student belonging: Identity and purpose. Teaching in Higher Education, 0(0), 1–14. https://doi.org/10.1080/13562517.2023.2280261
Çolak, F.Z., Lozano Parra, S., Wansink, B.G.J (submitted). Towards Affective Belonging: Tracing Radical Possibilities of Belonging in Student-Teacher Encounters in a Dutch Secondary Prevocational School.
El Hadioui, I. (2019). Switchen en Klimmen. Uitgeverij van Gennep.
Louie, N., Berland, L., Roeker, L., Nichols, K., Pacheco, M., & Grant, C. (2022). Toward radical belonging: Envisioning antiracist learning communities. Race Ethnicity and Education, 0(0), 1–21. https://doi.org/10.1080/13613324.2022.2106879
Burgerschap en de emotionele aspecten van belonging: het construeren van grenzen binnen de schoolomgeving
E.C. (Imke) Brummer Erasmus University, Rotterdam
Introductie en onderzoeksdoel
De voortdurende maatschappelijke spanningen, zoals politieke verdeeldheid, toenemende polarisatie en superdiversiteit, roept vragen op over hoe scholen een gevoel van verbondenheid met een democratische gemeenschap kunnen bevorderen (Keegan, 2019). Ondanks dat omgang met diversiteit een van de hoofddoelstellingen is van burgerschapsbeleid, toont verschillend empirisch onderzoek aan dat jongeren met een migratie-achtergrond, vaak als ‘de ander’ worden beschouwd op basis van visuele kenmerken zoals huidskleur, religie en cultuur (Erdal & Strømsø, 2021; Eriksen, 2022; Haavind et al., 2015; Schmitt, 2010). Dit geeft aan dat ervaringen van belonging zijn gekoppeld aan bredere politieke machtsstructuren en in contrast staan met het hebben van formeel burgerschap.
Burgerschap is een ervaringsgericht proces, waarbij er continu wordt ‘onderhandeld’ over grenzen (Kallio et al., 2020). Belonging wordt in deze studie gezien als een breder concept dan burgerschap, dat niet alleen lidmaatschap, rechten en plichten omvat, maar ook emotionele ervaringen zoals veiligheid, vertrouwdheid en wederzijdse erkenning (Abu El-Haj & Bonet, 2011; Keegan, 2019). Deze emotionele dimensie van burgerschap, wordt nu nog vaak onderbelicht in het schoolcurriculum (Jackson, 2016; Kenway & Youdell, 2011).
Deze studie richt zich op hoe de schoolcontext, middels culturele normen en machtsdynamieken, de dagelijkse ervaringen van jongeren aangaande hun burgerschap en belonging beïnvloedt en verkent hoe jongeren grenzen van burgerschap construeren en reproduceren (Zembylas, 2014).
Methode
De data uit deze studie zijn afkomstig uit veertien focusgroepen waaraan in totaal 89 middelbare scholieren (van 13-19 jaar) hebben deelgenomen. Deze focusgroepen zijn afgenomen in drie verschillende scholen in Vlaanderen in 2021 en 2022. De focusgroepen waren gericht op het identificeren hoe jongeren zichzelf en anderen als burgers construeren en welke emoties daarbij een rol speelden. De focusgroepen zijn opgenomen, getranscribeerd en aangevuld met notities die gemaakt zijn tijdens het observeren van de focusgroepgesprekken. Vervolgens zijn deze data geanalyseerd op thema’s die raken aan onder andere burgerschap, inclusie en exclusie.
Resultaten en Discussie
De respondenten ervaren burgerschapsgrenzen vaak op basis van maatschappelijke normen en culturele verdelingen. Dit leidt vaak tot gevoelens van machteloosheid en uitsluiting.
Ook blijkt de school een emotionele ruimte te zijn waar machtsverhoudingen duidelijk zichtbaar worden, waarbij studenten uit de meerderheidsgroep deze normen versterken en gemarginaliseerde studenten hun emoties in toom proberen te houden om niet als ‘de ander’ weggezet te worden.
Daarnaast ervaren de respondenten gevoelens van (h)erkenning wanneer ze als individu worden behandeld en niet als onderdeel van een groep.
Hoewel de studie niet specifiek focuste op raciale of etnisch culturele kwesties, blijkt dat jongeren burgerschapsgrenzen vaak onderhandelen op basis van deze verschillen. De emotionele micro-politiek van belonging speelt hierbij een belangrijke rol, vooral wanneer erkenning uitblijft en empathie voor anderen ontbreekt. Een kritische benadering van burgerschap die de invloed van emoties erkent, kan leerlingen helpen de grenzen van verbondenheid kritisch te beoordelen en sociale normen uit te dagen. Het is van belang dat onderwijsprofessionals jongeren ondersteunen in het ontwikkelen van flexibele, dynamische vormen van verbondenheid die conventionele machtsstructuren uitdagen en bijdragen aan een inclusiever begrip van burgerschap.
Referenties
Abu El-Haj, T. R., & Bonet, S. W. (2011). Education, Citizenship, and the Politics of Belonging: Youth From Muslim Transnational Communities and the “War on Terror.” Review of Research in Education, 35(1), 29–59. https://doi.org/10.3102/0091732X10383209
Erdal, M. B., & Strømsø, M. (2021). Interrogating boundaries of the everyday nation through first impressions: experiences of young people in Norway. Social and Cultural Geography, 22(1), 119–140. https://doi.org/10.1080/14649365.2018.1559345
Eriksen, K. G. (2022). Discomforting presence in the classroom–the affective technologies of race, racism and whiteness. Whiteness and Education, 7(1), 58–77. https://doi.org/10.1080/23793406.2020.1812110
Haavind, H., Thorne, B., Hollway, W., & Magnusson, E. (2015). “Because nobody likes Chinese girls”: Intersecting identities and emotional experiences of subordination and resistance in school life. Childhood, 22(3), 300–315. https://doi.org/10.1177/0907568214549080
Jackson, L. (2016). Intimate citizenship? Rethinking the politics and experience of citizenship as emotional in Wales and Singapore. Gender, Place and Culture, 23(6), 817–833. https://doi.org/10.1080/0966369X.2015.1073695
Kallio, K. P., Wood, B. E., & Häkli, J. (2020). Lived citizenship: conceptualising an emerging field. Citizenship Studies, 24(6), 713–729. https://doi.org/10.1080/13621025.2020.1739227
Keegan, P. (2019). Migrant youth from West African countries enacting affective citizenship. Theory and Research in Social Education, 47(3), 347–373. https://doi.org/10.1080/00933104.2019.1611514
Kenway, J., & Youdell, D. (2011). The emotional geographies of education: Beginning a conversation. Emotion, Space and Society, 4(3), 131–136. https://doi.org/10.1016/j.emospa.2011.07.001
Schmitt, I. (2010). “Normally I should belong to the others”: Young people’s gendered transcultural competences in creating belonging in Germany and Canada. Childhood, 17(2), 163–180. https://doi.org/10.1177/0907568210365643
Zembylas, M. (2014). Affective citizenship in multicultural societies: implications for critical citizenship education. Citizenship Teaching & Learning, 9(1), 5–18. https://doi.org/10.1386/ctl.9.1.5
Strijders, Denkers en Bijen: Ervaringen van Geracialiseerde Minderheidsstudenten met Leren over Etnische Ongelijkheid in Onderwijs
Aurélie Van de Peer1, Orhan Agirdag1, Freddy Mortier2 1KU Leuven, 2Universiteit Ghent
Onderwijsonderzoek erkent de aanzienlijke uitdagingen waarmee geracialiseerde minderheidsstudenten op school worden geconfronteerd. Deze interviewstudie onderzoekt de ervaringen van geracialiseerde minderheidsstudenten in Vlaanderen met een sociaalwetenschappelijk curriculum dat op micro-, meso- en macroniveau de machtsdynamiek en privileges belicht die de etnische ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs in stand houdt.
Het curriculum inspireerde zich op inzichten uit Critical Race Curriculum (Yosso 2002) en de literatuur over ‘critical consciousness raising’ (Schwarzenthal et al. 2022), geïnspireerd door de Freiriaanse pedagogie. Op deze manier gaat het ontwikkelde lessenpakket voorbij aan de dominante omgang met multicultureel onderwijs in Vlaanderen, wat vooral inzet op de viering van culturele diversiteit maar de moeilijke gesprekken over macht amper aan bod laat komen. (Agirdag et al. 2016) De internationale literatuur toont toenemende interesse in de bevraging van studentenervaringen met dergelijke sociale rechtvaardigheidsinterventies in het curriculum. Vooralsnog werden vooral studenten hoger onderwijs bevraagd in de Angelsaksische en Duitse onderwijscontext. Deze interviewstudie met 16 geracialiseerde leerlingen analyseert voor het eerst de ervaringen van middelbare scholieren in Vlaanderen. Het onderzoek ontstond vanuit de gevoelde noodzaak van de eerste auteur om als leraar sociale wetenschappen meer inzicht te krijgen in de belevingen van haar leerlingen met het gedoceerde curriculum.
Het doel van de studie is het ontwikkelen van typologieën van studentenreacties op deze curriculuminterventie. Wij besteden hierbij bijzondere aandacht aan de affectieve component van deze studentenervaringen. De studie richt zich op twee hoofdvragen. Ten eerste: zien geracialiseerde minderheidsstudenten een curriculum dat zich richt op structurele machtsdynamieken en etnische ongelijkheden in het onderwijs als een bron van empowerment en verbondenheid (Colak, Van Praag en Nicaise 2020; Olcoń, Pulliam en Gilbert 2022), of als een belemmering van hun handelingsbekwaamheid, zoals verondersteld wordt door voorstanders van een Eurocentrisch curriculum (Kaplan en Owings 2021)? Ten tweede: geracialiseerde studenten internaliseren vaker negatieve stereotypen en contraproductieve attitudes, gedachten en emoties. Zal onderwijs over etnische ongelijkheden een bijdrage kunnen leveren aan de verandering van deze zelfondermijnende attitudes?
Ten eerste tonen de 'strijders', 'denkers' en 'bijen' verschillende reacties op het curriculum. Toch zijn alle studenten het erover eens dat deze lessen noodzakelijk zijn voor zowel geracialiseerde minderheidsstudenten als meerderheidsstudenten. Ten tweede tonen de interviews aan dat geracialiseerde minderheidsstudenten in Vlaanderen over een rijkdom aan ondergewaardeerde kapitaalsoorten beschikken. Hier bieden de bevindingen ondersteuning aan eerder onderzoek van Tara Yosso (2005).
In tegenstelling tot conservatieve aannames vindt de studie geen bewijs dat onderwijs over structurele geracialiseerde ongelijkheden verdeeldheid zaait of de handelingsbekwaamheid van geracialiseerde minderheidsstudenten belemmert. Integendeel, de ‘denkers’ reiken aan dat het curriculum hen de woorden gaf om ervaringen te articuleren die zij al lang voelden maar niet konden verwoorden. De vrouwelijke ‘bijen’ overkomen hun initiële kwetsing door het curriculum uitvoerig te bespreken met vrienden en familie. Het artikel sluit af met een nadruk op de implicaties van deze studentenervaringen voor de onderwijspraktijk. In deze presentatie gaan wij dieper in op de wenselijke didactische omgangsvormen met de affectieve consequenties van deze bevindingen.
Referenties
Agirdag, O., M. S. Merry, and M. Van Houtte. 2016. ‘Teachers” Understanding of Multicultural Education and the Correlates of Multicultural Content Integration in Flanders.” Education and Urban Society 48 (6): 556–582. https://doi.org/10.1177/0013124514536610.
Colak, F. Z., L. Van Praag, and I. Nicaise. 2020. “Oh, This Is Really Great Work—Especially for a Turk: A Critical Race Theory Analysis of Turkish Belgian Students’ Discrimination Experiences.” Race Ethnicity and Education 26 (5): 623–641. https://doi.org/10.1080/13613324.2020.1842351.
Kaplan, L. S., and W. A. Owings. 2021. “Countering the Furor around Critical Race Theory.” NASSP Bulletin 105 (3): 200–218. https://doi.org/10.1177/01926365211045457.
Olcoń, Katarzyna, Rose M. Pulliam, and Dorie J. Gilbert. 2022. “Those Are the Things That We Need to Be Talking About’: The Impact of Learning about the History of Racial Oppression during Ghana Study Abroad.” Race Ethnicity and Education 25 (5): 665–682. https://doi.org/ 10.1080/13613324.2019.1679750.
Schwarzenthal, M., L. P. Juang, U. Moffitt, and M. K. Schachner. 2022. “Critical Consciousness Socialization at School: Classroom Climate, Perceived Societal Islamophobia, and Critical Action among Adolescents.” Journal of Research on Adolescence: The Official Journal of the Society for Research on Adolescence 32 (4): 1452–1469. https://doi.org/10.1111/jora.12713.
Yosso, T. 2005. ‘Whose Culture Has Capital? A Critical Race Theory Discussion of Community Cultural Wealth.’ Race, Ethnicity and Education 8 (1): 69–91.
|